De lichtjes oep de Schelde (De lichtjes op de Schelde)
Den beiaard van den tore (De beiaard van de Toren)
Mensen oep ’n bank (Mensen op een bank)
’n Ons Liev_Vrouwke. en de Vlaaikesgânk (Een Ons Lief _Vrouwtje en de Vlaaikens gang)
De straat waar ‘k vreuger katteke spèlde (de straat waar ik vroeger katje speelde

Aentwaerpe gahgah veur mij (Antwerpen gij zijt gij voor mij)
Toch de stad waar azzek zèn gebore (Toch de stad waar dat ik ben geboren)
De Grung plöts, de Meir, de Kayserlei (De groen plaats, de Meir, de de Keyserlei)
Daar em ekik m’n art verlore (Daar heb ik mijn hart verloren)
Aentwaerpe waar da’k ik ook ben (Antwerpen, waar dat ik ook ben)
Ik kan nievrans mijnen draai ni vinde (Ik kan nergens mijn draai vinden)
‘K weet het ’t is flaa, mor ik beken (Ik weet het ’t is flauw, maar ik beken)
Bij aa zèn ‘k thuis en onder vrinde (Bij jou ben ik thuis en onder vrienden)

’n Zeemans kroeg, de dokken (Een zeemans kroeg, de dokken)
De vogele mart oep zondag morge (De vogel markt op zondag morgen)
‘T tjingtjangsplein ( Het Sint Jansplein)
En Brabo zie van zen fontein (En Brabo ziet van op zijn fontein)
Ne joenge fluite nor e mokke (Een jongen fluiten naar een meisje)

Officieel erkend door de gemeenteraad van Antwerpen als ‘volkslied van Antwerpen’ op 23 november 2020.

Op Youtube: + tekstvideo 2011