Welkom op de site van het conversatiespel Ababa waar je al spelende gebaren leert van de Vlaamse Gebarentaal.

Dat we elkaar niet altijd verstaan kan verschillende oorzaken hebben:

  • we spreken een andere taal
  • we horen niet alles wegens te veel nevengeluiden
  • ons gehoor is verminderd, slecht of nihil
  • we dragen een mondmasker
  • we spreken een dialect
  • we staan te ver uit elkaar
  • we kunnen niet luid of goed spreken
  • we articuleren niet goed
  • onze mond is niet goed zichtbaar
  • we zijn aan ’t videobellen maar de klank valt uit
  • we leren bv. Nederlands maar verstaan of spreken nog maar enkele woorden enz.

Wat we zeggen kunnen we gemakkelijker verstaan, of doen begrijpen door er een gebaar bij te maken.  We hebben soms maar één gebaar nodig om gans de zin te verstaan. We ondersteunen dan onze tekst met gebaren.

We gebruiken kaarten die we voorlopig zelf maken en waarmee we op verschillende manieren kunnen spelen.

KAARTEN MAKEN
Neem dun karton waarvan één zijde onbedrukt is (verpakking eetwaren, medicamenten, oude postkaarten, enz.). Knip er kaarten uit op formaat van een speelkaart: 8,50 cm op 5,50 cm.

Maak kaarten voor de volgende woorden/gebaren uit de groep “ontmoeting”: ik, mijn, naam, jij, wonen, jouw, taal, wij, spreken, ababa. Schrijf het woord van het gebaar bovenaan op de lege kant van je uitgeknipte kaart in kleine- en/of hoofdletters. Maak nog zo’n zelfde pakje en zet daar jouw initialen op.

Ben jij, je kinderen of kleinkinderen een vreemde taal aan ’t leren of oefen je met anderstaligen, zet dan het woord er ook op in die andere taal of talen. Spreek je zelf die taal niet, laat hen dan zelf de vertaling van het woord/gebaar op de kaart schrijven.

Is het een woord waar je een afbeelding kunt bijzetten doe dat dan. Teken bijvoorbeeld voor het woord “hart” er zelf een hartje bij of plak er een prentje op van een hart. Altijd gemakkelijk voor anderstaligen en kinderen die Nederlands leren. Zeker voor hen die de kans niet kregen hun eigen taal te leren lezen en schrijven.

Maak je kaarten in groep, spreek dan af dat men karton meebrengt, knutselgerief en oude tijdschriften om prentjes uit te knippen. Plak eventueel je naam op jouw gerief.

SPEL A

Leer de gebaren voor de woorden die op de kaarten staan die je gemaakt hebt.

Leg de kaarten van de 2 pakjes door elkaar, de beschreven kant naar onder gekeerd.

Draai om beurten 2 kaarten om. Zeg de woorden luidop terwijl je het gebaar maakt. Heb je 2 dezelfde kaarten omgedraaid leg je ze bij jou. Zijn het 2 verschillende woorden draai je ze terug om. Dan is het aan de andere speler. Wie op het einde de meeste kaarten heeft is gewonnen. Speel dit totdat je van de eerste woorden het gebaar goed kent.

SPEL B

Zit aan tafel met 2 of meerdere spelers, elk met hun eigen pakje kaarten voor zich. Spreek af hoelang je gaat spelen.

Diegene die begint laat een van zijn kaarten zien en stelt luidop een vraag waar dit woord/gebaar in voorkomt. De volgende speler moet dan een antwoord geven waar dit zelfde woord/gebaar ook in voorkomt. Dan is het zijn beurt om een van zijn kaarten te laten zien en daar een vraag over te stellen enz. Tijdens het vragen en antwoorden gebaar je altijd alle woorden die je reeds kent terwijl je ze uitspreekt. De antwoorden op de vragen moeten niet juist zijn, fantaseer en maak het plezant.

——————————

Heb steeds 5 tot 10 gemaakte kaarten en nog enkele lege op zak. Ontmoet je iemand die ook Ababa wil spelen kunnen jullie direct beginnen. Je oefent met dezelfde kaarten tot je de gebaren goed onder de knie hebt. Dan leer je een nieuw woord uit de groep ‘ontmoeting’. Je maakt er een kaart voor en voegt ze bij je andere kaarten. Je stelt altijd een vraag over een woord/gebaar dat jij reeds kent. Diegene die moet antwoorden leert zo een nieuw woord/gebaar bij en kan dat op een van zijn lege kaarten schrijven die hij bij heeft.

Als je met anderstaligen oefent laat hen dan eventueel eerst de zinnen in hun taal uitspreken en gebaren en herhaal jij daarna de tekst in ’t Nederlands en gebaart er ook bij.  Laat hen dan daarna de zin in het Nederlands oefenen.

Wie het moeilijk heeft met de gebaren kan ook gewoon meespelen (als de andere akkoord zijn) zonder gebaren te maken.

Ben je alleen of videobabbel je met iemand anders kan je ook ineens surfen naar oefenzinnen.  Hier vind je per taal zinnen met links naar woorden waarvan er reeds een gebaar staat op de site.  (Onderstreepte woorden in de ‘Woordenlijst). Achter elke zin in een vreemde taal staat de vertaling naar het Nederlands, ook met links naar dezelfde gebaren. Dus als je geen vreemde taal wil oefenen of leren kan je toch de Nederlandse vertalingen luidop lezen en erbij gebaren als herhaling voor de gebaren.

Zing je graag? Oefen dan al zingend, alleen of in groep. Gebaar nu en dan een woord dat je reeds kent. Per liedje ken je zeker al enkele gebaren!

Vraag eventueel aan je partner of ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, klasgenoten, medebewoners, collega’s en clubvrienden van je sport- en jeugdbeweging om mee te spelen en laat hen ook kaarten maken of de jouwe kopiëren. Laat kinderen kaarten knutselen voor hun broer, zus, grootouders, ooms, tantes, klasgenootjes en vriendjes. Je kan ook zelf een tweede pakje kaarten maken voor iemand waarmee je het spel wil spelen.

Veel plezier!

———————————————-

Help anderstaligen om vlug enkele woorden Nederlands te verstaan of te spreken. Leer hen en jezelf enkele gebaren te maken terwijl je Nederlands spreekt zodat je met elkaar kunt kennismaken. Maak hen wegwijs op de website van ‘ababa.be’. Maak mee kaartjes voor hen en voor jezelf. Kleine kinderen of zij die geen smartphone of internet hebben kunnen ook met de kaartjes alleen spelen. We herhalen op deze site dagelijks een gebaar uit de groep ‘Ontmoeting.

Veel plezier!

——————————————————

Na spel 1 behouden we steeds onze eigen kaarten. Zo kunnen we geen virussen (covid, griep enz.) al spelende aan elkaar doorgeven. Heb je toch je kaarten samen met andere spelers in de hand gehad, laat ze dan minstens 24 uur naast elkaar in openlucht liggen. Covid blijft bv 24 uur op karton actief, op plastiek veel langer. Daarom gebruik je om prentjes te plakken best geen tape.